phone icon 088 - 708 5876 Login medewerkers

Gescheurde meniscus

Aandoening

Wat is een gescheurde meniscus?

De knie is een gewricht bestaande uit het uiteinde van het bovenbeen, het begin van het scheenbeen en de knieschijf (zie figuur 1). De knie vormt hiermee een scharniergewricht waardoor de knie kan buigen en strekken (en een klein beetje kan draaien). Tussen het bovenbeen en scheenbeen ligt een meniscus aan de binnenzijde (mediale zijde) en een meniscus aan de buitenzijde (laterale zijde) van de knie. In het kniegewricht liggen dus 2 menisci. Een meniscus bestaat uit een speciaal verend vezelig elastisch weefsel. Dit weefsel vormt een soort stootkussen, welke schokken opvangt en hiermee het kraakbeen beschermt. De meniscus draagt ook bij aan het soepel bewegen van het kniegewricht en aan de stabiliteit van de knie bij het draaien en buigen. Wanneer een scheur ontstaat in de meniscus is er sprake van een gescheurde meniscus (of ook wel meniscuslaesie of meniscusletsel) (zie figuur 2). Dit kan zowel in de binnenmeniscus als de buitenmeniscus ontstaan. De meniscus aan de binnenkant van de knie is minder mobiel/beweeglijk dan de meniscus aan de buitenkant van de knie en geeft minder mee bij bewegingen, hierdoor is deze meniscus kwetsbaarder. Een scheur in de binnenste meniscus komt 4 tot 5 keer vaker voor dan een scheur in de buitenste meniscus.


Figuur 1. Anatomie normale knie

Figuur 2. Meniscusscheur
 

Wat zijn de oorzaken van een gescheurde meniscus?
Een scheur (ruptuur) in de meniscus kan verschillende oorzaken hebben. Een scheur in de meniscus ontstaat doorgaans plotseling, door een verkeerde (draai)beweging tijdens het sporten of een ongeval. Een gescheurde meniscus is een veelvoorkomende blessure bij voetbal. De aandoening staat daarom ook wel bekend als een voetbalknie. Een scheur in de meniscus kan ook meer geleidelijk ontstaan, zoals bij:

  • Een afname van de stabiliteit van de kniebanden

Wanneer de stabiliteit van een of meer van de banden in de knie vermindert dan krijgt de knie meer bewegingsvrijheid. Het risico op het ontstaan van een gescheurde meniscus kan dan groter zijn.

 

  • Een afname van de kwaliteit van de meniscus

Bij het ouder worden neemt de elasticiteit van de meniscus af en wordt de meniscus minder soepel. Op den duur kunnen hierbij scheurtjes in de meniscus ontstaan welke kunnen leiden tot een grotere scheur, de zogenaamde ‘slijtage meniscusscheur’. Dit feitelijk natuurlijke proces kan klachten geven, maar dit is lang niet altijd het geval. Uit onderzoek blijkt namelijk dat tot wel 60% van de mensen ouder dan 60 jaar een dergelijke slijtage meniscusscheur heeft zonder enige klachten.

 

  • Een afname van de kwaliteit van het kraakbeen

Naarmate men ouder wordt gaat ook de kwaliteit van het kraakbeen achteruit en kan het kraakbeen slijten, de zogenaamde veroudering van het kraakbeen (‘artrose’, ‘slijtage’). De hoeveelheid kraakbeen neemt dan af, waardoor het risico op een scheur in de meniscus groter wordt.

Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Bij iedereen kan een scheur in de meniscus ontstaan. De meeste meniscusletsels komen bij de jongere mens voor en zijn het gevolg van een verkeerde (draai)beweging tijdens het sporten of een ongeval. Dit kan ook bij de oudere mens het geval zijn, maar hier zijn de meniscusscheuren vaker het gevolg van natuurlijke veroudering (afname van de kwaliteit van de meniscus en afname van de hoeveelheid kraakbeen).

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
Wanneer uw meniscus gescheurd is kan dit gepaard gaan met pijn, vooral wanneer de scheur plotseling ontstaat bij bepaalde bewegingen (bv. draaien of een (diepe) buiging van de knie zoals bij hurken). Soms ontstaan ‘slotklachten’, een situatie waarbij de meniscus verkeerd in de knie ligt door de scheur en het strekken van de knie niet goed lukt. Door bepaalde bewegingen te maken lukt het vaak de knie weer uit het slot te krijgen, maar soms is dit onmogelijk. Zwelling van de knie is ook mogelijk, meestal door de verhoogde aanmaak van gewrichtsvocht en, bij acute meniscusscheuren, soms ook door een bloeding in het gewricht.
Meniscusscheuren hoeven niet per se klachten te geven, vooral geleidelijke ontstane meniscusscheuren (de ‘slijtagescheur’) geven vaak niet tot weinig klachten en worden vaak bij toeval ontdekt (zoals op een MRI).

Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
Uw orthopedisch chirurg zal eerst uw voorgeschiedenis met u bespreken. Vervolgens worden uw klachten/symptomen besproken en een lichamelijk onderzoek uitgevoerd. Uw orthopedisch chirurg zal hierbij met name letten op de beweeglijkheid, zwelling, aanwezige drukpijn en meniscustesten. Op basis van deze informatie, doorgaans aangevuld met een röntgenfoto om andere afwijkingen uit te sluiten, is de diagnose van een laesie in de meniscus vaak al te stellen of te vermoeden. In sommige gevallen is een MRI-scan nodig.

Welke aanvullende onderzoeken worden gedaan?
Doorgaans worden röntgenfoto’s van de knie gemaakt om bepaalde andere aandoeningen uit te sluiten, met name kraakbeenslijtage (artrose). Wanneer de orthopedisch chirurg dan nog niet voldoende informatie heeft om de diagnose van meniscusscheur te stellen kan een MRI-scan worden gemaakt. Vanwege de duur van het onderzoek is hiervoor in principe een aparte afspraak nodig. Een MRI (Magnetic Resonant Imaging) is een krachtige magneet waarmee de gehele knie in detail kan worden afgebeeld. Hiermee wordt niet alleen het bot (zoals bij röntgenfoto’s) maar ook de beide menisci, kraakbeen, banden en spieren afgebeeld.

Behandeling

Meniscusletsels behoren tot de meest voorkomende letsels in de orthopedie. Een belangrijke maar soms lastige vraag is welke meniscusletsels operatief behandeld moeten worden en of deze behandeling dan moet bestaan uit het verwijderen of het hechten van de beschadigde meniscus. Belangrijke aspecten hierbij zijn pijnvermindering, de functie van de knie, het activiteitenniveau en de mate van kraakbeenslijtage (artrose) op langere termijn.
De analyse en behandeling van meniscusletsels wordt door meerdere orthopedisch chirurgen van OCON gedaan. Hierbij wordt gewerkt volgens de richtlijnen van de beroepsgroep en de nieuwste inzichten. Het doel van de orthopedische behandeling van uw meniscusletsel is het onder controle krijgen van uw klachten. Hierbij wordt ook gestreefd naar een zo gezond mogelijke functie van uw kniegewricht op de lange termijn. Er zijn twee behandelmogelijkheden: een niet-operatieve (conservatieve) behandeling en een operatieve (kijkoperatie, arthroscopie) behandeling. Uw orthopedisch chirurg zal samen met u de timing en keuze bespreken welke van deze opties voor u het beste is.

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

Meniscusletsels kunnen aanvankelijk vaak goed conservatief behandeld worden. Dit geldt zowel voor acute meniscusletsels op oudere leeftijd als de langer bestaande meniscusletsels zonder slotklachten, zeker als het meniscusletsel onderdeel is van een slijtageproces van de knie (het zogenaamde degeneratieve meniscusletsel). Een niet-operatieve behandeling geniet ook de voorkeur van degeneratieve meniscusletsels die weinig klachten veroorzaken en bij toeval op een MRI-scan worden gevonden.

Rust en fysiotherapie
De niet-operatieve behandeling bestaat uit rust (men kan het natuurlijk herstel enige maanden afwachten). In deze fase is het vermijden van sporten (vooral piek- en draaisporten) aan te bevelen. Dit kan eventueel ondersteund worden door een opbouwend gericht oefenprogramma van 6-8 weken bij een fysiotherapeut. Wanneer er tevens sprake is van artrose dan is gerichte artrosebehandeling vaak effectief.

Resultaat
Er is een goede kans dat deze behandeling geleidelijk (in enkele maanden) leidt tot een acceptabele verbetering van de klachten. De klachten kunnen ook geheel verdwijnen, waardoor een operatie niet nodig is.

Operatieve behandeling

Chirurgische behandeling is gericht op zoveel mogelijk behoud van de meniscus. De operatieve behandelingsopties zijn hierin het (gedeeltelijk of geheel) verwijderen of hechten van een meniscusletsel. Dit gebeurt via een kijkoperatie (arthroscopie). De keuze voor het type operatie en het succes ervan hangen af van verschillende factoren. Meniscusletsels genezen in het algemeen namelijk moeilijk en de kans op het succesvol hechten van een meniscusletsel is afhankelijk van vele factoren:

  • het type scheur;
  • de leeftijd van de scheur;
  • de omvang van de scheur;
  • de leeftijd van de patiënt.
     

Vaak is het hechten van een meniscusscheur niet mogelijk, zeker op oudere leeftijd. De behandeling omvat dan het verwijderen van de scheur. Zoals reeds gesteld is het uitgangspunt bij het verwijderen van een meniscusscheur het zo veel mogelijk intact laten van de meniscus, zodat de kans op versnelde kraakbeenslijtage (artrose) beperkter wordt. Soms is de beslissing of een meniscusletsel wel of niet te hechten is pas tijdens de kijkoperatie te maken.
Bij jonge patiënten zal uw orthopedisch chirurg de mogelijkheden van hechten of verwijderen van het meniscusletsel doorgaans reeds op de polikliniek bespreken.

Redenen om direct een kijkoperatie te adviseren, dus zonder eerst een conservatieve behandeling te ondergaan:

  • slotklachten;
  • acuut meniscusletsel (op jonge leeftijd)
     

Daarnaast kan een kijkoperatie aan de meniscus geadviseerd worden wanneer de conservatieve behandeling onvoldoende werkt.


Voor de operatie
Voordat u geopereerd kunt worden krijgt u een afspraak bij de anesthesist. Hier wordt uw gezondheidstoestand beoordeeld en wordt met u afgesproken welk type verdoving u krijgt tijdens de operatie: algehele narcose of een ruggenprik (desgewenst met een ‘roesje’).

Tijdens de operatie
Er zijn verschillende meniscus operaties mogelijk:

Verwijderen van meniscusletsel
Verwijderen van meniscusletsel gaat via een meniscus kijkoperatie (arthroscopie). Hierbij worden 2-3 kleine incisies rond de knie gemaakt om bepaald instrumentarium in de knie te kunnen plaatsen. Hiermee kan het meniscusletsel worden verwijderd.

Resultaat
Na het verwijderen van meniscusletsel en de bijbehorende revalidatie (enkele weken tot maanden) zijn de pijnklachten bij de meerderheid van de patiënten verminderd of verdwenen. Ongeveer 80% van de patiënten is weer aan werk na 2 weken. Het herstel na het verwijderen van een buitenmeniscusletsel duurt vaak aanzienlijk langer dan bij een binnenmeniscusletsel. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat er na het verwijderen van een buitenmeniscusletsel een hogere kans is op artrose dan na het verwijderen van een binnenmeniscusletsel. Tien jaar na het verwijderen van een beperkt binnenmeniscusletsel is ongeveer 80% van de patiënten vrij van klachten.
Onderzoek toont verder aan dat de kans op artrose na het verwijderen van degeneratieve meniscusletsels veel groter is dan na traumatische meniscusletsels. Er zijn ook aanwijzingen dat verwijderen van degeneratieve meniscusletsels minder voorspelbare resultaten geeft dan bij traumatische meniscusletsels.


Hechten van meniscusletsel
Het hechten van meniscusletsel gaat ook via een kijkoperatie, zoals zojuist beschreven. In enkele gevallen wordt er via de buitenzijde van de knie geopereerd, dan zijn een of meerdere extra wondincisies nodig. Het hechten van een meniscus vergt specifieke instrumenten en technieken. Na het hechten van een meniscus dient te worden afgewacht of het hechten effectief en succesvol is.

Hechtingen
De wonden worden in principe niet gehecht, u mag de wondjes verzorgen met een pleister wanneer u het drukverband na 1-2 dagen verwijdert. De wondjes genezen met een korstje. Indien de wondjes groter zijn dan kan de orthopedisch chirurg besluiten hechtingen te gebruiken, deze moeten dan na 12-14 dagen worden verwijderd (zo mogelijk bij uw huisarts).

Na de operatie
Opnameduur
Doorgaans is er sprake van een dagopname, u mag dus dezelfde dag van de operatie weer naar huis.

Sportieve activiteiten
Het weer oppakken van sportieve activiteiten is mogelijk, maar dit is afhankelijk van het type sport, het niveau en de intensiteit. Niet iedereen kan direct na de behandeling sporten, mogelijk adviseert uw orthopedisch chirurg u om bepaalde sporten of bewegingen te vermijden. Het doel hiervan is het langer behouden van gezonde gewrichten. De redenatie hierachter is dat het verwijderen van meniscusletsel tot verhoogde belasting op het kraakbeen leidt, de stootkussenfunctie wordt hierdoor immers minder. Hierdoor bestaat er een hogere kans op artrose op de middellange termijn. Fietsen, zwemmen en fitnessen zijn minder belastend voor knieën dan sporten als hardlopen en voetbal.

Complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er soms complicaties optreden. Algemene complicatierisico’s bestaan onder andere uit een nabloeding, een wondinfectie, een trombosebeen, zenuwuitval en anesthesie gerelateerde risico’s. Specifiek beschreven mogelijke complicaties bij/na het verwijderen van meniscusletsel zijn:
een dof gevoel rond de wondjes;
een zenuwknoop rond de wondjes;
een verhoogde druk in het onderbeen door een bloeding (compartimentsyndroom).

Specifiek beschreven mogelijke complicatie bij/na het hechten van meniscusletsel zijn:

  • een dof gevoel rond de wondjes;
  • een zenuwknoop rond de wondjes;
  • een verhoogde druk in het onderbeen door een bloeding (compartimentsyndroom);
  • vaat- of zenuwletsel;
  • het niet aanslaan van de hechting.
     

Gelukkig komen de beschreven complicaties niet vaak voor.

​Contact opnemen
Neem contact op met uw behandelend arts indien:

  • de hele knie abnormaal dik wordt en/of meer pijn gaat doen;
  • u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerder goed mogelijk was;
  • u koorts heeft boven 38,5 graden Celsius;
  • uw kuit dik, warm, rood en pijnlijk is (dat kan wijzen op een trombosebeen);
  • u het vanwege andere redenen niet vertrouwt.

U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 708 5560.

Nabehandeling

In het ziekenhuis
U krijgt van ons personeel informatie over zaken als:

  • hoe te mobiliseren met krukken;
  • wat te doen met het drukverband;
  • wondverzorging;
  • eventueel gebruik van een kniebrace;
  • controleafspraken.


Naar huis
Nadat de verdoving/narcose goed uitgewerkt is mag u weer naar huis.

Revalidatie
Na een scopie varieert de hersteltijd van de meeste patiënten tussen de 2 en 6 weken. Na een scopie met hechtingen is een herstelperiode van 3 tot 6 maanden niet ongebruikelijk. Meestal verloopt het herstel vanuit zichzelf en is begeleiding (bijvoorbeeld door een fysiotherapeut) niet nodig. Uw orthopedisch chirurg kan echter toch besluiten dat fysiotherapie vereist is, zoals bijvoorbeeld na een mensicushechting.

Krukken
Omdat belasten in het begin gepaard kan gaan met pijn en zwelling is het verstandig de knie kortdurend of eventueel voor langere tijd te ontlasten door het gebruik van twee krukken. De knie is hierbij in principe volledig te belasten, dit is echter wel afhankelijk van de ingreep. Na het verwijderen van een meniscus is te volstaan met kortdurend (enkele dagen tot 1-2 weken) gebruik van krukken met direct volledige belasting op geleide van uw pijnklachten. Het is van belang dat de knie zo spoedig mogelijk de beweeglijkheid terugkrijgt, u zult hier voor moeten oefenen vanaf de operatie.
Na het hechten van bepaalde meniscusletsels kan het zijn dat u langer met krukken moet lopen omdat u de knie minder mag belasten, dat u een kniebrace moet gebruiken en dat u bepaalde bewegingen niet mag doen. Uw orthopedisch chirurg zal dit tijdens de behandeling bij OCON met u bespreken.

Medicatie
OCON gebruikt hierin een afgestemd pijnbehandelingsprotocol, zowel tijdens uw opname in het ziekenhuis als daarna.

Als er na de operatie problemen met de pijnstilling zijn, dan kunt u de eerste twee weken na de ingreep direct contact met ons opnemen. Is het langer dan twee weken geleden, neem dan contact op met uw huisarts.


Controle
De standaard controle is 6-8 weken na de operatie, na een meniscushechting volgt eventueel een tweede controle 12 weken na de operatie. Hierna worden verdere afspraken gemaakt.