Malunion na polsfractuur

Bij een polsfractuur is het spaakbeen (de radius) gebroken en soms bijkomend de ellepijp. Dit ontstaat vaak na een val op uitgestrekte hand. Het wordt vaak ook een distale radiusfractuur genoemd. Na een gipsbehandeling of soms ook na een operatieve behandeling is de stand van het spaakbeen (radius) en/of de ellepijp (ulna) soms minder mooi dan aanvankelijk gedacht. De pols staat dan vaak scheef of er zit een grote bobbel aan de ellepijp (pinkkant pols).

De klachten ontstaan na een eerdere behandeling van een polsfractuur waarbij de stand niet goed geworden is.

Klachten die kenmerkend zijn voor een malunion zijn een verminderde functie en pijn in de pols, meestal aan de pinkkant. Soms is er het gevoel dat de ellepijp uit de kom gaat bij het draaien van de pols.

De diagnose wordt gesteld door uw orthopedisch chirurg. Deze zal naar uw klachten informeren en een lichamelijk onderzoek uitvoeren.

Er worden standaard röntgenfoto’s van de pols gemaakt, vaak ook van de niet-aangedane pols om te vergelijken. Meestal volgt er een aanvullende CT scan van beide onderarmen en worden de gewrichten met 3D technologie vergeleken (figuur 1). Hiermee kan de ernst van de afwijking en de eventuele correctie nauwkeurig worden bepaald.

Figuur 1: Een 3D afbeelding met in grijs de malunion en in blauw de niet-aangedane pols. Rechts worden deze nauwkeurig met elkaar vergeleken.