Het punt waar het sleutelbeen verbonden is met het schouderblad noemt men het acromio-claviculaire gewricht. AC artrose is slijtage van het acromio-claviculaire gewricht. In de volksmond wordt AC artrose ook wel artrose van het sleutelbeen genoemd.
We gebruiken onze schouder voortdurend, waardoor er veel spanning op het AC-gewricht komt en slijtage snel kan optreden. Het AC-gewricht staat onder continue stress bij bovenhandse activiteiten. Gewichtsheffers en anderen die regelmatig zware lasten bovenhands moeten optillen hebben eerder last van slijtage van het AC gewricht. Bij deze personen ontstaat artrose van het AC-gewricht vaak op jongere leeftijd. Slijtage van het AC-gewricht kan ook een resultaat zijn van letsel aan het gewricht, zoals bijvoorbeeld een luxatie (het uit kom schieten van een gewricht), (zie ook de tekst over AC instabiliteit). Een luxatie van het AC-gewricht, oftewel AC-luxatie, komt geregeld voor. Meestal is een AC-luxatie het gevolg van een val op de schouder. De schouder geneest, maar jaren later kan slijtage ervoor zorgen dat het AC-gewricht pijnlijk wordt.
Slijtage van het AC-gewricht komt vaak voor bij 40-plussers. Wanneer men vaak bovenhands zware lasten optilt dan kan de artrose zich op jongere leeftijd ontwikkelen.
Veelvoorkomende symptomen bij AC artrose zijn:
Iedereen met schouderklachten komt op onze schouderpoli. Op de dag van uw afspraak maken we eerst een röntgenfoto van uw schouder. Tenzij dit recent is gebeurd. Daarna heeft u een afspraak met een van onze schouderfysiotherapeuten en een orthopedisch chirurg of onze Physician Assistant. Tijdens deze afspraak bespreken we uw klachten, doen we lichamelijk onderzoek uit en maken we een echografie van uw schouder.
Vervolgens zetten we alle bevindingen op een rij om tot een duidelijke diagnose en een passend behandelplan te komen. Het volledige consult duurt ongeveer 30 tot 45 minuten. Ons doel is om u in één bezoek duidelijkheid te geven over de diagnose en de vervolgstappen.
Afhankelijk van de bevindingen van de röntgenfoto en/of echo kan aanvullend onderzoek nodig zijn. Zoals een MRI-scan om de pezen te beoordelen. Of een CT-scan om de mate van slijtage in de schouder vast te stellen.