De schouder bestaat uit drie botten: het schouderblad (scapula), de bovenarm (humerus) en het sleutelbeen (clavicula). Om het schoudergewricht zit een soort zak die het gewricht en de vloeistoffen die het gewricht glad houden omsluit. Dit is het gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel is gemaakt van los weefsel, zodat de schouder vrij is om te bewegen. Bij een frozen shoulder, ook wel stijve schouder, bevroren schouder of capsulitis adhaesiva genoemd, is het gewrichtskapsel dik en verschrompeld. Dit maakt de schouder stijf en pijnlijk. Er is sprake van een ontsteking in het gewricht, waardoor de normaal losse onderdelen van het gewrichtskapsel aan elkaar plakken.
Vaak is de oorzaak van een frozen shoulder onbekend. Er zijn wel een aantal factoren die het risico op het ontstaan van een frozen shoulder vergroten:
Een frozen shoulder kan ook ontstaan na een blessure aan de schouder of na een botbreuk of operatie. Ook wanneer de schouder niet normaal wordt gebruikt, bijvoorbeeld bij een breuk in de onderarm waardoor de arm in een mitella gehouden wordt. De schouder wordt dan nauwelijks gebruikt, waardoor een bevroren schouder kan ontstaan.
Een frozen shoulder komt bij 2-5% van de Nederlandse bevolking voor (iets meer bij vrouwen dan bij mannen). In de levensfase tussen de veertig en de zeventig jaar komt deze aandoening het vaakst voor.
Pijn is een van de veelvoorkomende symptomen bij een frozen shoulder. Er is vaak sprake van een zeurende, drukkende pijn. Daarnaast heeft men vaak problemen met bewegen, de naam frozen shoulder (bevroren schouder) zegt het al: men heeft het gevoel dat de schouder ‘bevroren’ is. De bewegingsmogelijkheden zijn beperkt, ook wanneer iemand anders uw arm probeert te bewegen. De pijn is vaak vooral 's nachts aanwezig maar de pijn kan ook continu aanwezig zijn. In de praktijk komen vaak situaties voor waarbij de beperking minder is dan 50%. Er is dan sprake van een gedeeltelijke frozen shoulder. De pijn die kenmerkend is voor een frozen shoulder is op te delen in drie verschillende fases:
Patiënten met schouderklachten worden gezien op ons schouderspreekuur. Om uw klachten goed in beeld te brengen, vragen wij u vooraf digitaal 2 vragenlijsten in te vullen. De ingevulde vragenlijsten worden aan uw dossier toegevoegd. Het is daarom van belang dat u de lijst zo goed en compleet mogelijk invult. Indien u niet de mogelijkheid hebt de vragenlijsten digitaal in te vullen, is er een mogelijkheid deze schriftelijk in te vullen.
Op de dag van het polibezoek, zal er eerst een röntgenfoto van de aangedane schouder worden gemaakt, als deze nog niet (recent) gemaakt is. Vervolgens wordt u eerst gezien door één van onze schouderfysiotherapeuten, die een masteropleiding in manuele- en/of sportfysiotherapie gevolgd hebben. Deze doet het eerste gesprek, verricht lichamelijk onderzoek en neemt een echografie af. Daarna komt u bij de orthopedisch chirurg en wordt alles op een rijtje gezet om tot een goede diagnose en behandelplan te komen. De twee afspraken samen duren ongeveer 30 - 45 minuten. We hopen u zo in één bezoek een diagnose en behandelplan te kunnen bieden.
Meestal is lichamelijk onderzoek waarbij de orthopedisch chirurg enkele tests uitvoert voldoende. Röntgenfoto’s en een echo tonen meestal geen afwijkingen, bij de echo is er vaak vocht te zien bij de lange bicepspees.