De binnenband (mediale collaterale ligament) is één van de vier stabiliserende banden (ligamenten) van de knie. De binnenband bevindt zich aan de binnenzijde van de knie. De binnenband verbindt aan de binnenzijde van de knie het bovenbeen met het scheenbeen. Door zijn ligging zorgt de binnenband ervoor dat de knie niet naar binnen kan knikken, er geen x-been kan ontstaan. Daarnaast helpt de binnenband de voorste en achterste kruisband met het stabiliseren van draaibewegingen van het scheenbeen ten opzichte van het bovenbeen. Een opgerekte en ingescheurde binnenband is het meest voorkomende bandletsel van de knie. Een volledig afgescheurde binnenband komt minder vaak voor dan een oprekking of inscheuring, en is een ernstig letsel van de knie. Het gaat vaak gepaard met begeleidende letsels, van andere banden, de meniscus of het kraakbeen. Onderzoek door een gespecialiseerde orthopedisch chirurg, een kniespecialist, is gewenst.
Wanneer uw binnenste knieband gescheurd is, is dit meestal het gevolg van een ongeval of van sportletsel. De binnenband van de knie kan oprekken, inscheuren of afscheuren wanneer er een te grote kracht tegen de buitenzijde van de knie werkt. Ook wanneer de knie een geforceerde draaibeweging maakt, waarbij ook een kracht naar binnen toe optreedt (x-been) kan binnenband letsel optreden. Vooral bij sporten met veel kap- , draai- en sprongbewegingen en bij contactsporten lopen beoefenaars risico op een binnenband letsel. Een opgerekte binnenband herstelt vaak spontaan en binnen twee weken. Het is van belang dat een ingescheurde of doorgescheurde binnenband snel wordt herkend. In een vroeg stadium kan het makkelijker worden behandeld.
Een gescheurde binnenband van de knie kan in elke levensfase voorkomen of ontstaan. Vooral bij sporten met veel kap- , draai- en sprongbewegingen en bij contactsporten lopen beoefenaars risico op een binnenband letsel.
Patiënten ervaren vaak pijn aan de binnenzijde van de knie. Bij een volledig afgescheurde binnenband van de knie is de pijn bij het ontstaan vaak heftig, maar is pijn nadien afwezig. Dat komt omdat er geen structuur meer aanwezig is die op spanning kan komen en daardoor pijn doet, in tegenstelling tot de situatie bij een opgerekte of ingescheurde binnenband van de knie. Daarnaast zwelt de knie vaak op in de eerste uren na het ontstaan van het letsel. Lopen is voor de meeste patiënten lastig in de acute fase, maar niet onmogelijk. Nadien ontstaan bij een ingescheurde of doorgescheurde binnenband van de knie een gevoel van instabiliteit.
De orthopedisch chirurg vraagt u naar de aard van het letsel dat u heeft gehad en de huidige klachten. Ook voert hij een aantal specifieke testen uit tijdens het lichamelijke onderzoek, waaronder stabiliteitstesten van de ligamenten. Röntgenfoto’s kunnen de eventuele aanwezigheid van botbreuken uitsluiten. Daarnaast kan men op een röntgenfoto zien of er aanwijzingen zijn voor kraakbeenslijtage. Meestal is deze combinatie voldoende om een diagnose te kunnen stellen.
De ernst van het letsel wordt als volgt gegradeerd:
Ingescheurde binnenband; bij 80% van de patiënten treedt ook een voorste kruisband letsel op;
Doorgescheurde binnenband; bij 80% van de patiënten treedt ook een voorste kruisband letsel op;
Een MRI-scan is zelden noodzakelijk om een diagnose van een binnenband letsel op zichzelf te kunnen stellen. Bij een graad 2 binnenbandletsel en zeker bij een graad 3 binnenbandletsel wordt wel een MRI-scan verricht om de letsels van de andere structuren zoals de ligamenten, de meniscus en het kraakbeen op te sporen. Ook wordt op de MRI-scan de plaats van de scheur en de ligging van het afgescheurde gedeelte van de binnenband beoordeeld. Dat heeft consequenties voor de verdere behandeling.