Hallux rigidus is een aandoening aan de grote teen. Hallux rigidus is een Latijnse term. Hallux betekent grote teen, rigidus betekent stijf. Letterlijk is hallux rigidus een stijve grote teen. Bij deze aandoening is het gewricht van de grote teen verstijfd. Bij hallux rigidus staat de stijve teen recht (in tegenstelling tot de hallux valgus waarbij de scheefstand van de grote teen het probleem is), maar is de functie van de teen beperkt.
Bij hallux rigidus is in het gewicht aan de basis van de grote teen artrose ontstaan. Bij artrose neemt het kraakbeen af in kwaliteit en hoeveelheid, hierdoor wordt het onderliggende bot overbelast. Deze overbelasting kan zorgen voor botaangroei, waardoor de teen moeilijker beweegbaar, stijver, is. Aangezien hallux rigidus veroorzaakt wordt door artrose komt het voornamelijk voor bij ouderen. Soms is de artrose het gevolg van chronisch hoge belasting op het gewricht, maar een erfelijke factor kan ook een rol spelen. Bij jongere mensen is hallux rigidus vaak een gevolg van een sportblessure, overbelasting of een beschadiging (bijvoorbeeld een botbreuk). De aandoening komt veel voor bij voetballers (vanwege het trappen tegen een bal) en bij sporters die vaak springen, zoals turners of volleyballers.
De aandoening komt vooral voor na het vijftigste levensjaar. Bij jongeren komt hallux rigidus ook voor, het is dan vaak een gevolg van een breuk of er is sprake van een sportblessure.
De aandoening hallux rigidus veroorzaakt niet per definitie klachten. De aandoening kan zelfs in een gevorderd stadium aanwezig zijn in de tenen zonder dat iemand hier klachten van ondervindt. Een hallux rigidus kan echter gepaard gaan met pijn en/of stijfheid bij het lopen. Door de botaangroei in het gewricht kan een bult ontstaan bovenop de grote teen. Dit zorgt niet alleen voor pijn binnenin de voet, maar ook voor pijn aan de buitenkant. Bij het dragen van (gewone) schoenen is de bult vaak pijnlijk. Stijfheid van de grote teen is in de ochtend en na een lange tijd stilzitten vaak het meest aanwezig, patiënten ervaren vaak zogenaamde opstartproblemen.
De orthopedisch chirurg bespreekt de klachten met de patiënt en zal gerichte vragen stellen om de medische geschiedenis van de patiënt te achterhalen. Op basis van deze gegevens krijgt de orthopedisch chirurg een goed beeld van de aandoening en kan hij een diagnose stellen.
Er zal lichamelijk onderzoek verricht worden. De orthopedisch chirurg onderzoekt het gewricht en bekijkt de eventuele zwelling. Daarnaast wordt de functionaliteit van de grote teen onderzocht. De orthopedisch chirurg test in hoeverre de teen naar voren en naar achteren gebogen kan worden, meestal is dit buigen van de teen pijnlijk. Tevens zal een röntgenfoto genomen worden om te bekijken of er sprake is van slijtage. Verder onderzoek is niet nodig.