Een impingement betekent ‘inklemming’. Bij een impingement in de heup komt het kraakbeen van de heupkom klem te zitten tussen de bovenkant van het dijbeen (de heupkop) en de heupkom. De heupkop past niet goed in de heupkom, waardoor er een stuk kraakbeen beklemd raakt.
Er zijn verschillende typen impingement:
Een impingement in de heup kan kraakbeenletsel veroorzaken, hierdoor kan slijtage (artrose) van de heup ontstaan. Bij mannen tussen de 35 en 55 jaar is een heup impingement zelfs de meest voorkomende oorzaak van heupartrose. Een heup impingement wordt ook wel een femoro acetabulair impingement (FAI) genoemd.
Femoro acetabulair impingement kan aangeboren zijn, maar ook op latere leeftijd kan FAI ontstaan. Kleine wijzigingen in de vorm van de heupkop kunnen al leiden tot FAI. Wanneer de vorm van de heup verandert kunnen er ook wijzigingen optreden in de beweging van de heup. Deze veranderde beweging kan additioneel letsel aanbrengen aan het heupgewricht.
Zware belasting van het heupgewricht kan ook leiden tot FAI, met name bij sporters komt de aandoening veel voor. Ook na een ongeluk of een operatie aan de heup kan femoro acetabulair impingement ontstaan.
Heup impingement komt vooral voor bij jonge, fanatieke, intensieve sporters. Vooral beoefenaars van sporten die een zware last leggen op de heupen hebben kans op FAI, onder andere waterpoloërs, voetballers en hardlopers kunnen last hebben van een femoro acetabulair impingement.
Patiënten met FAI in de heup ervaren vaak pijn in de lies en rond de heup. Men ervaart tevens problemen met bewegen, door een impingement syndroom wordt het draaien en buigen van de heup vaak beperkt.
De orthopedisch chirurg bespreekt de klachten met de patiënt. Daarnaast zal hij/zij vragen stellen over de medische geschiedenis van de patiënt en zal er lichamelijk onderzoek gedaan worden. Door middel van lichamelijk onderzoek kan de orthopedisch chirurg in kaart brengen welke bewegingen mogelijk zijn en welke niet. Op basis van lichamelijk onderzoek, de röntgenfoto’s en een eventuele MRI-scan kan de diagnose gesteld worden.
Vaak wordt er, naast lichamelijk onderzoek, een röntgenfoto gemaakt. Een röntgenfoto geeft een goed beeld van de beschadigingen van het heupbot en/of de heupkom. Indien noodzakelijk kan er een MRI-scan gemaakt worden, een MRI-scan kan de mate en de mogelijke schade van de impingement goed weergeven.