Hoewel een kunstknie geen ‘nieuwe’ knie is, is het een dankbare operatie. Zo’n 80% tot 90% van de patiënten is tevreden met de knieprothese en de operatie. 10% tot 20% van de patiënten heeft klachten na het plaatsen van een knieprothese. Deze klachten kunnen direct na de operatie ontstaan of zelfs tientallen jaren later.
Het is niet makkelijk om hier een simpel antwoord op te geven. Er zijn namelijk meer dan 50 mogelijke oorzaken. En soms zijn er meerdere oorzaken tegelijkertijd. Om te proberen uit te zoeken waar de klachten vandaan komen, kunnen we verschillende onderzoeken doen. Uw orthopedisch chirurg bekijkt welke onderzoeken zinvol zijn of verwijst u door naar een collega die gespecialiseerd is in dit soort problemen.
Problemen na het plaatsen van een knieprothese kunnen altijd ontstaan. Het kan gaan om klachten die er al sinds de operatie zijn. Of klachten die pas vele jaren later ontstaan. Klachten door slijtage of loslating van de prothese bijvoorbeeld, ontstaan pas na jaren van goed functioneren. Het kan ook zijn dat er een duidelijke aanleiding is, zoals een botbreuk rond de prothese of intensief gebruik. Maar vaak is er geen duidelijke aanleiding te vinden.
De meest voorkomende klacht is pijn. Ook komen problemen met instabiliteit, stijfheid, zwelling, of een combinatie daarvan, veel voor.
Zoals eerder gezegd, zijn er veel mogelijke redenen voor problemen met een kunstknie. Het analyseren hiervan is vaak ingewikkeld en kost tijd. Om dit proces efficiënter te maken, gebruiken wij een specifieke methode. Hiermee willen we onnodig of belastend onderzoek vermijden en zo snel mogelijk een diagnose stellen.
Gespecialiseerde orthopeden voeren deze analyse uit. Uw orthopedisch chirurg kan besluiten u naar een van hen door te verwijzen. Soms bespreken zij uw klachten in het knierevisie-team voordat een diagnose of advies wordt gegeven.
De basisonderzoeken zijn:
Soms zijn (meerdere) extra onderzoeken nodig om de (vermoedelijke) oorzaak van uw klachten te achterhalen. Dit proces kost vaak tijd. Na dit proces bespreekt de orthopedisch chirurg de bevindingen, zijn mening en advies met u.
Als de diagnose nog niet duidelijk is, kan het zijn dat de orthopedisch chirurg uw knieprobleem wil bespreken in het knierevisie-team. Na dit overleg bespreekt de orthopedisch chirurg het gezamenlijk oordeel en advies met u.
NB. Het kan zijn dat uw orthopedisch chirurg u uitnodigt uw knie te laten zien en uw klachten te bespreken met het knierevisie-team.
J. Been
dr. A.P. Bergink
dr. R.B.G. Brokelman
B. van der Ende
dr. B.L. Fransen
M.E. Havinga
dr. R.A.G. Hoogeslag
A.H. van Houten
J.C. Rompen
H.A. Schuppers
F-C. B.M. Wagenaar
dr. T.S. de Windt
