Bij de ziekte van Kienböck (ook wel Lunatomalacie of avasculaire necrose van het Lunatum genoemd) is de bloedtoevoer naar het lunatum (maanvormige botje) gestoord en hierdoor gaat het botje dood. Vervolgens zakt het botje in en kan er versnelde slijtage optreden.
De oorzaak van de ziekte van Kienböck is onbekend.
Kienböck komt het meest voor bij jonge mensen (20-40 jaar). Het komt vaker voor bij mensen met een relatief korte ellepijp (ulna minus).
In het beginstadium van de aandoening ervaart u vooral veel pijn. De aandoening wordt dan vaak nog niet herkend omdat deze op röntgenfoto’s nog niet zichtbaar is. Alleen een MRI-scan kan de aandoening in het eerste stadium aantonen.
In een later stadium van de ziekte ontstaan vaak problemen bij het bewegen van de pols. Daarnaast heeft men dan vaak last van (druk)pijn in het midden van de pols, vooral aan de kant van de rug van de hand. De klachten verergeren wanneer u uw hand actief gebruikt.
De diagnose wordt door uw orthopedisch chirurg gesteld op basis van uw verhaal (de anamnese) en lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek.
Er worden standaard röntgenfoto’s van de pols gemaakt en soms een aanvullende MRI of CT scan. Op deze scans kan worden beoordeeld hoe de botkwaliteit en doorbloeding van het lunatum en of er afwijkingen aan het kraakbeen in de rest van de pols zijn.