phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Arthroscopie knie

Aandoening

Arthroscopie van de knie (kijkoperatie)

Als u een aandoening in uw knie heeft, kan de orthopedisch chirurg een arthroscopie adviseren. Dit heet ook wel een ‘kijkoperatie’. Deze naam klopt niet helemaal, want het doel van de artroscopie is niet alleen om in een gewricht te kijken, maar ook om de klachten zo mogelijk direct te verhelpen. Een andere naam is ‘knoopsgatoperatie’ omdat de ingreep met kleine instrumenten werkt waardoor slechts kleine sneetjes in de huid nodig zijn. 

De knie
De knie is een scharniergewricht. Hij bestaat uit twee botdelen: het scheenbeen en het dijbeen. De botuiteinden zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Deze laag is elastisch en vangt schokken en stoten op, zodat de knie soepel beweegt. Tussen de botuiteinden zit de meniscus als een soort stootkussen. In het kniegewricht bevinden zich de voorste en achterste kruisband. Deze kruisbanden zorgen ervoor dat de botten van het dij- en scheenbeen niet teveel verschuiven ten opzichte van elkaar.
Aan de voorzijde van de knie zit de knieschijf. Hier overheen loopt de pees van de dijbeenspier, die op het scheenbeen aanhecht en ervoor zorgt dat het been strekt.
Om het gewricht zit een gewrichtskapsel van bindweefsel. De verdikkingen hierin zijn de gewrichtsbanden die ook bijdragen aan de stabiliteit van het gewricht (zie afbeelding 1).

Afbeelding 1. Anatomie van de gezonde (rechter) knie

Waarom een arthroscopie?
De orthopedisch chirurg kan met een arthroscopie beter vaststellen wat er mis is in de knie: is er sprake van scheuren in de meniscus of kruisbanden, losse stukjes bot of kraakbeen, beschadigingen aan het kraakbeen of slijmvliesontsteking. In de meeste gevallen volgt de behandeling direct. Het herstel na een kijkoperatie verloopt doorgaans vlot. De mate van kniebelasting na een kijkoperatie is afhankelijk van de behandeling. Meestal kunt u uw knie na de operatie meteen belasten.

Wanneer is direct een behandeling mogelijk?
Bijvoorbeeld een scheur in de meniscus leent zich bij uitstek voor een arthroscopische behandeling. De orthopedisch chirurg verwijdert het beschadigde deel van de meniscus. Het deel dat intact is, blijft op zijn plaats. Als de scheur in het beter doorbloede gedeelte van de meniscus ligt, kan de meniscus soms gehecht worden. Via een arthroscopie kan de orthopedisch chirurg ook losse stukjes kraakbeen en bot weghalen. Een scheur in een kruisband kan niet direct worden behandeld. Een tweede ingreep (voorste kruisband reconstructie)  kan hiervoor noodzakelijk zijn.

De orthopedisch chirurg adviseert een arthroscopie. Wat betekent dat voor u?
Wanneer u een arthroscopie ondergaat dan wordt u hiervoor uitgenodigd op onze speciaal ingerichte dagbehandelingsafdeling. Deze afdeling is zo ingericht dat u snel geholpen wordt, waardoor u in de meeste gevallen na uw behandeling dezelfde dag nog weer naar huis kunt. Voor meer informatie over onze dagbehandelingafdeling, klik hier.

Behandeling

De voorbereiding op de operatie
De operatie gebeurt onder algehele narcose of met een ruggenprik. U bespreekt uw keuze vooraf met de anesthesist.

De operatie
De ingreep duurt ongeveer een half uur. De orthopedisch chirurg maakt aan de voorzijde van de knie twee of drie sneetjes. Vervolgens brengt hij de artroscoop in de knie: een dunne kijker met een daarop aangesloten lichtkabel (zie afbeelding 2). De artroscoop wordt ook aangesloten op een videocamera en een beeldscherm. Via een aparte aan- en afvoeropening in de knie wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing. De orthopedisch chirurg brengt tijdens de operatie zonodig een tangetje of schaartje in het gewricht voor de behandeling. Na de ingreep worden de operatiesneetjes gehecht of afgedekt. Als de aandoening niet via de artroscopie te behandelen is, kan de orthopedisch chirurg tijdens de operatie besluiten om een grotere snee in de knie te maken. De nabehandeling kan dan langer duren.


Afbeelding 2: Artroscoop

Nabehandeling

Naar huis
Na een eenvoudige arthroscopische ingreep kunt u meestal dezelfde dag naar huis. Soms hebt u een pijnstiller nodig, paracetamol is dan vaak voldoende.
U mag de knie buigen en u mag lopen, maar met mate. De eerste twee tot drie dagen kunt u beter geen wandelingen maken. 

Het verband kan na enkele dagen worden verwijderd, waarna u ook mag douchen. Een week na de operatie kunt u zelf de pleisters verwijderen. Na genezing zijn de huidwondjes vaak nog dik. Dit komt doordat het onderliggende gewrichtskapsel ook geopend is geweest en dat heeft iets meer tijd nodig om te genezen. Dit vraagt 3 tot 4 weken.

Krukken
Omdat belasten in het begin gepaard kan gaan met pijn en zwelling is het verstandig de knie kortdurend of eventueel voor langere tijd te ontlasten door het gebruik van twee krukken. De knie is hierbij in principe volledig te belasten, dit is echter wel afhankelijk van de ingreep. Na het verwijderen van een meniscus is te volstaan met kortdurend (enkele dagen tot 1-2 weken) gebruik van krukken met direct volledige belasting op geleide van uw pijnklachten. Het is van belang dat de knie zo spoedig mogelijk de beweeglijkheid terugkrijgt, u zult hier voor moeten oefenen vanaf de operatie.
Na het hechten van bepaalde meniscusletsels kan het zijn dat u langer met krukken moet lopen omdat u de knie minder mag belasten, dat u een kniebrace moet gebruiken en dat u bepaalde bewegingen niet mag doen. Uw orthopedisch chirurg zal dit tijdens de behandeling bij OCON met u bespreken.

Poliklinische controle
De poliklinische controle vindt plaats enkele weken na de ingreep, op advies van uw orthopedisch chirurg. Als het nodig is, krijgt u fysiotherapie. Vaak is zelf oefenen voldoende. Uw arts zal u adviseren de eerste week bijvoorbeeld 5 maal per dag het bovenbeen in zittende houding (op de tafelrand of in een rechte stoel) 10 tot 15 maal 5 seconden lang stevig aan te spannen.

Welke complicaties kunnen optreden?
Bij een arthroscopie treden zelden complicaties op. In een enkel geval kan er sprake zijn van langdurige en forse zwelling, bloeding in de knie of gewrichtsontsteking. Hoogst zelden ontstaat een trombosebeen: er is dan een bloedstolsel gevormd dat een ader in het been verstopt. Wanneer moet u met de behandelend arts contact opnemen? Neem contact op met uw behandelend arts als:

  • de hele knie dik wordt en/of meer pijn gaat doen;
  • u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerder goed mogelijk was;
  • bij koorts > 38,5 ºC;
  • bij een dik, warm, rood en pijnlijke kuit (tekenen trombosebeen).


U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.