phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Artrose schouder

Aandoening

Ocon is één van de negen ziekenhuizen die een bijdrage levert aan de LOAS Studie. Een studie naar de langetermijneffecten van het plaatsen van een gewrichtsprothese bij de behandeling van artrose.

Wij zoeken patiënten die deel willen nemen aan deze studie. Wordt u binnenkort bij OCON behandeld in verband met artrose van uw heup, knie of schouder en wordt u in het kader hiervan geopereerd? Of staat een revisie operatie aan één van deze gewrichten gepland? Uw orthopeed zal u vragen deel te nemen aan het onderzoek. 

Meer informatie over de LOAS Studie >

 

Wat is schouderartrose?

Kraakbeen zorgt ervoor dat botten soepel langs elkaar kunnen glijden, het zorgt ervoor dat gewrichten soepel en pijnloos kunnen bewegen (zie afbeelding 1). Naarmate men ouder wordt neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Ook de hoeveelheid kraakbeen kan afnemen. Wanneer deze afname overmatig is dan noemt men dit artrose (slijtage, zie afbeelding 2). Gewrichten worden stijver en bewegen wordt pijnlijk. Bij schouderartrose (omarthrose) is er sprake van artrose in het schoudergewricht (glenohumerale gewricht). Vaak wordt de term ‘een versleten schouder’ gebruikt wanneer patiënten spreken over schouderartrose.

Afbeelding 1. Gezond schoudergewricht


Afbeelding 2. Artrose in het schoudergewricht

Wat zijn de oorzaken van schouderartrose?

Artrose van de schouder kan verschillende oorzaken hebben. Vaak ligt de oorzaak bij de veroudering van het gewricht. Maar artrose kan ook veroorzaakt worden door een massale scheur van de pezen (cuffarthropathie), door eerder letsel aan de schouder of door een chronische ontsteking zoals reumatoïde artritis.

Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Doordat het kraakbeen afneemt in hoeveelheid en kwaliteit als men ouder wordt komt artrose vooral voor op oudere leeftijd.

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
Pijn is één van de meest voorkomende symptomen van artrose in de schouder. Deze pijn kan voortdurend aanwezig zijn (ook ’s nachts in rusttoestand), maar het is ook mogelijk dat de pijn uitsluitend aanwezig is bij het bewegen van de schouder. Bij artrose door een massale scheur van de pezen kunt u de arm vaak helemaal niet meer optillen en niet meer met de hand bij de mond komen. Daarnaast kan men last hebben van een krakende schouder, bij het bewegen maakt de schouder dan geluid.

Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
Patiënten met schouderklachten worden gezien op ons schouderspreekuur. Om uw klachten goed in beeld te brengen, vragen wij u vooraf digitaal 2 vragenlijsten in te vullen. De ingevulde vragenlijsten worden aan uw dossier toegevoegd. Het is daarom van belang dat u de lijst zo goed en compleet mogelijk invult. Indien u niet de mogelijkheid hebt de vragenlijst digitaal in te vullen, is er een mogelijkheid deze schriftelijk in te vullen.

Op de dag van het polibezoek zal er eerst een röntgenfoto van de aangedane schouder worden gemaakt, tenzij deze al recent gemaakt is. Vervolgens wordt u eerst gezien door één van onze schouderfysiotherapeuten, die een masteropleiding in manuele- en/of sportfysiotherapie gevolgd hebben. Deze heeft een eerste gesprek met u, verricht een lichamelijk onderzoek en maakt een echografie van de schouder. Daarna komt de orthopedisch chirurg bij u en wordt alles op een rijtje gezet om tot een goede diagnose en behandelplan te komen. De twee afspraken samen duren ongeveer 30 - 45 minuten. We hopen u zo in één bezoek een diagnose en een behandelplan te kunnen bieden.

Welke onderzoeken worden gedaan?
Er worden röntgenfoto’s van de schouder gemaakt. Deze foto’s tonen een versmalling van het gewricht en extra botgroei. Een echo laat vaak vocht en een verdikking van het kapsel zien. Afhankelijk van de bevindingen bij het onderzoek zal uw orthopedische chirurg een CT-scan laten maken om de mate van slijtage in de schouder te bepalen of een MRI-scan om de pezen te beoordelen.

Behandeling

Nadat de diagnose is gesteld bepaalt de orthopedisch chirurg, in overleg met u en de fysiotherapeut, de meest effectieve behandeling. Vaak is de eerste stap een niet-operatieve (conservatieve) behandeling.

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

De behandeling van schouder artrose is in de eerste plaats conservatief. Bij beperkte klachten zal de orthopedisch chirurg eerst voorstellen om in behandeling te gaan bij de fysiotherapeut, gecombineerd met pijnmedicatie. Als deze pijnmedicatie niet afdoende is, dan kan de orthopedisch chirurg beslissen tot het zetten van een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een krachtige ontstekingsremmer (corticosteroïden) in het schoudergewricht.
De kans op bijwerkingen na een injectie is laag. De eventuele pezen en het kraakbeen worden bewezen niet aangetast door een enkele injectie. 
Bij mensen met suikerziekte die insuline gebruiken kan de suikerwaarde na een injectie gedurende een kortere periode wat meer schommelen, het is daarom verstandig de eerste 48 uur na de behandeling het bloedsuiker vaker te testen en de insulinedosering hierop aan te passen.
Vrouwen kunnen opvliegers of een rood gelaat krijgen na een injectie, zelden ontstaat er vaginaal bloedverlies.\

Operatieve behandeling

Wanneer de conservatieve behandeling niet het gewenste effect heeft, kan de orthopedisch chirurg samen met de patiënt besluiten tot een operatie, het plaatsen van een schouderprothese.



Voor de operatie
Anesthesie
De te opereren schouder wordt verdoofd met een regionaal pijnblok (een zenuwblokkade), al dan niet in combinatie met algehele narcose. Vlak voor de operatie krijgt u dit pijnblok door de anesthesist toegediend door een prik in uw hals. Dit zorgt ervoor dat u tijdens, maar ook nog een aantal uren na de operatie minder tot geen pijn voelt. Deze pijnblokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.

Omde kans op een infectie zo klein mogelijk te maken wordt iedereen die een schouderprothese krijgt voorbehandeld met BPO crème:

Werking 
Benzoylperoxide of BPO crème is een middel dat gebruikt wordt bij de behandeling en voorkoming van acne oftewel (jeugd)puistjes. Het is in Nederland sinds 1980 zonder recept verkrijgbaar en het is een van de meest gebruikte middelen bij de bestrijding van acne. Er is dan ook ruime ervaring met het gebruik van BPO. 
BPO crème bestrijdt de proprioni acnes bacterie; een bacterie die bij iedereen op de huid voorkomt maar wel een infectie van een schouderprothese kan veroorzaken. 

Behandeling 
De crème, die u meekrijgt bij het polikliniekbezoek, dient u vanaf 72 uur voor de operatie 2 maal daags aan te brengen. Er dient circa 12 uur tussen beide behandelingen te zitten. U gebruikt de crème bijvoorbeeld in de ochtend om 9:00 uur en ’s avond om 21:00 uur. 
In totaal gebruikt u dus thuis 6 maal de crème. Op de operatiedag wordt de crème op de opname-afdeling voor het laatst aangebracht. 

Gebruik 
Smeer de crème in een dunne laag op de huid van de schouder, bovenarm, oksel, schouderblad en voorzijde borstkas van de te opereren kant (zie rode arcering onderstaand plaatje). U hoeft de crème niet in te masseren. Gebruik per keer ongeveer een 2 euromunt aan hoeveelheid crème. U dient dus de voorkant, achterkant en de oksel in te smeren. 

Vermijd contact met ogen, lippen, neus- en mondslijmvlies. Gebeurt dit toch, spoel dan direct en grondig met veel water. 
Let op: de gel kan een blekende werking hebben op het haar, de wenkbrauwen, metaal (brillen en sieraden), kleding en beddengoed. 



Bijwerkingen 
Bij langduriger gebruik kan er een irritatie van de huid met roodheid en jeuk ontstaan. Bij kortdurend gebruik, zoals u bij deze behandeling zult doen, is de kans op deze bijwerkingen zeer klein.

Tijdens de operatie
Er zijn verschillende soorten schouderprotheses; de belangrijkste zijn een totale schouderprothese en een omgekeerde schouderprothese (reverse). Bij deze protheses wordt de gehele schouder vervangen. De levensduur van een schouderprothese is afhankelijk van het type prothese.

Totale schouderprothese
Een totale schouderprothese is een prothese waarbij zowel de kop en de kom van de schouder worden vervangen (zie afbeelding 4). Bij dit type prothese is het belangrijk dat de pezen van de schouder intact zijn, zonder deze pezen kan er geen goede functie worden gekregen. Het voordeel van deze prothese is dat het een erg goede oplossing voor de pijn in de schouder is en dat de schouder een goede fuctie en beweeglijkheid krijgt. Een nadeel is dat een kunstkom een beperkte levensduur heeft; deze kan na verloop van tijd los gaan zitten.

Afbeelding 4. Totale schouderprothese


Omgekeerde (Reverse) totale schouderprothese
Een reverse totale schouderprothese is een prothese waarbij de kop en de kom van de schouder worden vervangen, maar op een speciale manier; de nieuwe schouderkom met steel wordt geplaatst op de plaats waar voorheen de schouderkop zat (zie afbeelding 5). Deze prothese is ontworpen voor patiënten bij wie de pezen in de schouder zodanig gescheurd zijn dat ze niet meer hersteld kunnen worden. De prothese functioneert dan met behulp van de kracht van de grote schouderspier (deltoïdeus). Hierdoor kan meestal de kracht en de functie van de schouder (gedeeltelijk) hersteld worden. Het voordeel van deze prothese is dat het een erg goede oplossing voor de pijn in de schouder is. Een nadeel is dat in de loop der jaren de functie achteruit kan gaan door uitputting van de deltoïdeus spier. Daarom wordt deze alleen geplaatst bij oudere patiënten, in de regel ouder dan 70 - 75 jaar.

Afbeelding 5. Omgekeerde (reverse) schouderprothese

Hechtingen
De wond wordt gehecht met nietjes. Deze worden na 14 dagen verwijderd bij uw huisarts.

Na de operatie
Opnameduur
Voor een schouderprothese blijft u in principe 1 tot 2 nachten in het ziekenhuis, de opname is op de dag van de operatie of de avond ervoor.

Resultaat
Het overgrote deel (80-90%) van de patiënten heeft geen pijn meer in de schouder na het plaatsen van een schouderprothese. Het belangrijkste doel van de prothese is pijnvermindering, niet functieverbetering. De levensduur van de prothese hangt sterk samen met het type.


Complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er nadien toch complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:

  • een nabloeding in de schouder;
  • een stijve schouder, een frozen shoulder;
  • luxatie: de kop van de kunstschouder schiet dan uit de kom. Dit is gelukkig erg zeldzaam. Dit gaat gepaard met pijn. Uw prothese zal in het ziekenhuis weer in de kom gezet moeten worden. De kans hierop is de eerste drie maanden na de operatie het grootst. U dient zich daarom goed aan de bewegingsinstructies te houden en tijdens de revalidatie hier goed op te letten;
  • een infectie van de prothese. Een infectie wordt veroorzaakt door bacteriën. Om deze kans te reduceren, wordt er tijdens de operatie onder strikt steriele omstandigheden gewerkt, krijgt u antibiotica en werken we met de BPO crème;
  • letsel van zenuwen of bloedvaten. Alle grote zenuwen en bloedvaten van de arm lopen door de oksel. Omdat voor het plaatsen van de prothese uw orthopedisch chirurg in de buurt van de oksel werkt, bestaat er een mogelijkheid dat de zenuwen of bloedvaten tijdens de operatie beschadigen. Als de zenuw beschadigd is door uitrekking is dit meestal tijdelijk. Het komt zelden voor dat de zenuwen en vaten blijvend beschadigd zijn na een operatie;
  • loslating van de prothese of achteruitgang van de functie op de lange termijn.


Contact opnemen
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg indien:

  • een bloeding die niet stopt nadat u er 10 minuten stevig tegenaan hebt gedrukt;
  • u heftige pijn hebt die niet goed reageert op de pijnmedicatie;
  • een infectie van de wond zich uit in roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus;
  • er sprake is van een abnormale zwelling of koorts;
  • u het vanwege andere redenen niet vertrouwt.


U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.

Nabehandeling

 

Shouder immobilizer/sling
Na de plaatsing van een schouderprothese krijgt u een zogenaamde schouder immobilizer of sling aangemeten. Bij een totale schouderprothese draagt u de immobilizer 4 weken dag en nacht. Bij een omgekeerde schouderprothese voor artrose en/of peesproblemen draagt u de sling 1 week dag en nacht. Bij een prothese voor een breuk van de bovenarm 3 weken dag en nacht. Dit staat in uw ontslagpapieren voor de fysiotherapeut.

In het geval van een immobilizer zorgt u ervoor dat de elleboog goed achterin de immobilizer zit en dat de pols iets hoger hangt dan de elleboog, zie onderstaande afbeelding. De immobilizer zorgt ervoor dat u uw geopereerde arm niet zelf kan optillen. U mag de immobilizer afdoen wanneer u zich gaat douchen of wassen. Ook mag u best af en toe met de arm, bijvoorbeeld, gesteund op een kussen rustig tv kijken. Denk er wel aan dat u uw arm ondersteunt bij het verplaatsen terug in de immobilizer. Bij het aankleden van uw bovenkleding buigt u licht voorover en doet u eerst de behandelde arm door het t-shirt of het hemd, de onbehandelde arm volgt daarna. Bij het uitkleden is de volgorde omgekeerd. Dus eerst de onbehandelde arm uit de kleding en vervolgens de behandelde arm.

In het geval van een sling zorgt u er bij het dragen van deze sling voor dat de pols iets hoger hangt dan de elleboog en dat de eindlus van de sling op uw pols/pink leunt, zie onderstaande afbeelding. U mag de sling afdoen wanneer u zich gaat douchen/wassen. Ook mag u best af en toe met de arm gesteund op, bijvoorbeeld, een kussen rustig tv kijken. Denk er wel aan dat u uw arm goed ondersteunt bij het verplaatsen terug in de sling. Bij het aankleden van uw bovenkleding buigt u licht voorover en doet u eerst de behandelde arm door het t-shirt of het hemd, de onbehandelde arm volgt daarna. Bij het uitkleden is de volgorde omgekeerd. Dus eerst de onbehandelde arm uit de kleding en vervolgens de behandelde arm.




Revalidatie

U moet er rekening mee houden dat u na de operatie geen auto kunt rijden en niet mag fietsen gedurende een periode van 6 - 8 weken. Dit kan weer als u weinig pijn en een goede controle over de arm en schouder heeft, zodat dit verantwoord is. Voor het herstel van deze ingreep moet u rekenen op een periode van 4 maanden tot een jaar. Werkhervatting: licht werk (niet tillen) na 10 dagen - 6 weken, matig zwaar werk (lichte last tillen, onder schouderhoogte) na 8 weken, zwaar werk 3-6 maanden postoperatief.


Fysiotherapie
Totale schouderprothese: gedurende de eerste 4 weken krijgt u een aantal controleafspraken met een schouderfysiotherapeut werkzaam binnen OCON, die een monitorende functie heeft voor de wond, het dragen van de immobilizer en de eerste beperkte oefeningen. Na deze periode kunt u zelf kiezen waar u verder revalideert, bij voorkeur is dit een fysiotherapeut die lid is van het schoudernetwerk.nl. Onze fysiotherapeut geeft u instructies voor nabehandeling voor uw eigen fysiotherapeut mee, zie ook: fysiotherapieprotocol voor de nabehandeling van een totale schouderprothese.

Omgekeerde schouderprothese: U start de fysiotherapie direct na ontslag uit het ziekenhuis bij uw eigen fysiotherapeut. U mag zelf kiezen waar u naar fysiotherapie gaat, bij voorkeur is dit een fysiotherapeut die lid is van het schoudernetwerk.nl. . Onze fysiotherapeut geeft instructies voor nabehandeling voor uw eigen fysiotherapeut mee, zie ook: fysiotherapieprotocol voor de nabehandeling van een reverse (omgekeerde) schouderprothese.

Oefeningen voor thuis
Graag verwijzen wij u hiervoor door naar de fysiotherapieprotocollen (zie hierboven).

Controle
6-8 weken na de operatie komt u voor een controle afspraak bij uw orthopedisch chirurg.