phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Dupuytren

Aandoening

Dupuytren

Wat is Dupuytren?
De ziekte van Dupuytren is een aandoening van het bindweefsel die leidt tot een kromstand van de vingers. 

Bindweefsel zorgt ervoor dat onder andere botten, pezen en bloedvaten op hun plaats blijven. Het bevindt zich overal in het lichaam. In  de hand bevindt het bindweefsel zich als een laag tussen de handpalm en de onderliggende bloedvaten en pezen.

Bij de ziekte van Dupuytren is er sprake van een verdikking van dit bindweefsel in de hand. Op de plaatsen van deze verdikking voelt het bindweefsel in de hand aan als knobbels of strengen onder de huid. Uiteindelijk verschrompelt het bindweefsel dat deze knobbels en/of strengen veroorzaakt, hierdoor kunnen vingers ontstaan die niet meer gestrekt kunnen worden: zogenaamde klauwhanden. 

De ziekte van Dupuytren is vernoemd naar baron Guillaume Dupuytren die de ziekte in 1831 voor het eerst beschreef, daarom wordt de aandoening ook wel ‘contractuur van Dupuytren’  of ‘morbus Dupuytren’ genoemd. Daarnaast wordt de aandoening dikwijls ‘de koetsiersziekte’ of een ‘koetsiershand’ genoemd.





Wat zijn de oorzaken van Dupuytren?
Hoewel de ziekte van Dupuytren al sinds 1831 wordt beschreven en bestudeerd, is de oorzaak ervan onbekend. Bekend is dat genetische aanleg een factor is bij het ontstaan van de ziekte (bij 25% van de patiënten heeft een familielid dezelfde aandoening), het is echter niet bewezen dat de ziekte erfelijk is. 

Andere factoren verband lijken te hebben met het ontstaan van Dupuytren:

  • roken;
  • overmatig alcoholgebruik;
  • diabetes;
  • epilepsie;
  • eerdere letsels aan de hand.


Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
De ziekte van Dupuytren wordt meestal vastgesteld bij patiënten in de leeftijd van 40-60 jaar. In uitzonderlijke gevallen wordt de aandoening voor het 40e levensjaar vastgesteld, vaak is er in deze gevallen sprake van een  snel verloop van de ziekte. De kans op terugkeer van de aandoening na behandeling is in deze levensfase groot.
Dupuytren komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, mannen hebben 8x meer kans op het ontstaan van de ziekte dan  vrouwen.

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
Dupuytren in de hand is in eerste instantie onschuldig, er is dan vaak sprake van een  knobbeltje, of een lichte verharding zonder dat dit gepaard gaat met pijn en/of ontstekingen. De knobbels worden langzaam onderhuidse strengen. Dit proces kan enkele maanden tot enkele jaren duren. Wanneer de vinger gestrekt wordt voelt u de onderhuidse streng trekken. Naarmate de ziekte zich ontwikkelt zijn de symptomen duidelijker aanwezig: u voelt u de strengen steeds vaker en uiteindelijk trekken de strengen de vingers constant krom. Hierdoor is het lastig om de hand te gebruiken en worden dagelijkse bewegingen zoals het oppakken van dingen moeilijk. De strengen zijn in rusttoestand meestal niet pijnlijk, maar worden gevoelig wanneer de hand gebruikt wordt.


Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt door uw orthopedisch chirurg gesteld op basis van uw verhaal (de anamnese) en lichamelijk onderzoek. 

Welke onderzoeken worden gedaan?
Soms worden röntgenfoto’s van de hand gemaakt om bijkomende problemen uit te sluiten. 

Behandeling

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

Dupuytren wordt conservatief behandeld als de kromstand van de vingers beperkt is. In het algemeen is het zo dat als u uw hand nog plat op tafel kan leggen, een operatie (nog) niet nodig is. Algemene handtherapie kan u helpen om uw hand beter te kunnen gebruiken. 


Operatieve behandeling

Een operatie is aan de orde als de vingers niet meer recht kunnen worden gemaakt. Er zijn dan verschillende opties. 

Voor de operatie
Anesthesie
De te opereren hand wordt meestal verdoofd met een regionaal pijnblok (een zenuwblokkade). Vlak voor de operatie krijgt u dit pijnblok toegediend door een prik bij uw sleutelbeen of oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens, maar ook nog een aantal uren na de operatie geen pijn voelt. Deze pijnblokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt. 

Tijdens de operatie
Er zijn drie operatieve  mogelijkheden:

1.    Naald fasciotomie
Deze behandeling is geschikt voor patiënten die een enkele streng in de handpalm hebben, met een beperkte kromstand van de vingers . Deze behandeling vindt plaats onder lokale verdoving. Er wordt een snede van enkele millimeters in de handpalm gemaakt, door deze snede wordt de streng doorgesneden. De effecten van deze ingreep zijn op de lange termijn minder goed dan de effecten van een uitgebreide, standaard operatie (Partiële fasciectomie) . De operatie is daarentegen minder belastend dan een uitgebreide operatie. De hand is na een naald fasciotomie meestal na enkele dagen helemaal hersteld.

2.    Partiële fasciectomie
Deze behandeling bestaat uit het zo volledig mogelijk verwijderen van de strengen. De huidsnede is bij deze ingreep groter dan bij een naald fasciotomie. 

3.    Dermo fasciectomie
Wanneer patiënten eerder geopereerd zijn aan Dupuytren dan is het in enkele gevallen noodzakelijk ook die huid die bij de strengen hoort te verwijderen. Er wordt een stuk huid getransplanteerd (dit wordt bijvoorbeeld van uw onderarm gehaald). Deze huid wordt over de wond gelegd. Deze behandeling heeft als voordeel dat het langer duurt voordat de ziekte op dezelfde plek weer ontstaat.

Hechtingen
De wondjes worden gehecht met hechtingen en/of met kleine hechtpleisters die op de huid worden geplakt. De hechtingen worden na  10-14 dagen verwijderd.

Na de operatie
Opnameduur
Een operatie aan Dupuytren gebeurt altijd in dagbehandeling. 

Complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er soms toch complicaties optreden. 
De meest voorkomende complicaties zijn: 

  • een nabloeding;
  • een infectie van de wond. Antibiotica wordt voorgeschreven afhankelijk van de ernst van de infectie en in sommige gevallen wordt de wond gespoeld;
  • schade door de operatie aan structuren in de hand, zoals pezen, zenuwen of bloedvaten; dit is zeer zeldzaam;
  • het is niet ongebruikelijk dat de ziekte weer terugkomt (recidief).


Contact opnemen
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg indien: 

  • een bloeding niet stopt nadat u er 10 minuten stevig tegenaan hebt gedrukt;
  • u heftige pijn ervaart die niet goed reageert op de pijnmedicatie;
  • een infectie van de wond zich uit in roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus;
  • er sprake is van een abnormale zwelling of koorts.


U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.  

Nabehandeling

Mitella
De eerste dagen na de behandeling dient u uw hand zo veel mogelijk hoog te houden in een mitella. 
’s Nachts kunt u uw arm laten rusten op een kussen. Door uw arm zo veel mogelijk hoog te houden wordt een eventuele zwelling van de hand zo veel mogelijk voorkomen.

Spalk
In sommige gevallen krijgt u een spalk om uw vinger(s). 

Handtherapie
Na een operatieve ingreep wordt binnen enkele dagen gestart met handtherapie voor een zo spoedig mogelijk herstel. Snel weer bewegen van de hand en vingers is erg belangrijk voor een goed resultaat. 

Oefeningen
Hier vindt u een aantal oefeningen voor de gewrichten die niet in het verband zitten. Doe deze drie keer per dag, 5-10 keer per keer tenzij u iets anders verteld is in het ziekenhuis. Gebruik hierbij geen kracht, maar probeer wel een zo groot mogelijke beweging te maken. Als de beweling soepel gaat, kunt u het aantal geleidelijk afbouwen. Klik hier voor het instructieformulier.

Controle
Na een operatie komt u na 2 weken voor wondcontrole en verwijderen van de hechtingen.
6-8 weken na de operatie komt u voor controle bij uw orthopedisch chirurg.