phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Sleutelbeenfracturen

Aandoening

Wat zijn sleutelbeenfracturen?

Het sleutelbeen wordt in vaktermen clavicula genoemd en vormt de verbinding tussen het borstbeen (sternum) en het schouderblad. Het sleutelbeen ligt direct onder de huid en is daarom bij de meeste mensen goed voelbaar en zichtbaar.

Wat zijn de oorzaken van sleutelbeenfracturen?

Een gebroken sleutelbeen (clavicula fractuur) treedt op door een val op de schouder (zie afbeelding 1). De kracht van de val wordt via het schouderblad overgebracht op het sleutelbeen, waardoor deze kan breken.

Afbeelding 1. Sleutelbeen breuken (clavicula fractuur)

Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Iedereen kan zijn of haar sleutelbeen breken, maar het letsel komt voornamelijk voor bij kinderen en sporters. 

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
De symptomen van een sleutelbeen breuk kunnen zijn:

  • een schouder die naar beneden en naar voren hangt (afhangende schouder);
  • pijn bij het optillen van de arm;
  • een schurend en/of knarsend gevoel als men de arm probeert op te tillen;
  • een zwelling en een bloeduitstorting boven de plaats van de breuk;
  • een uitstekend bot. Het stuk bot duwt tegen de huid aan, dit hoeft echter niet te betekenen dat het door de huid boort.

Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
Meestal komt u op de spoedeisende hulp wanneer de mogelijkheid bestaat dat uw sleutelbeen gebroken is. Het stellen van de diagnose wordt meestal op de spoedeisende hulp gedaan, na een val bent u daar onderzocht en aansluitend zijn er röntgenfoto’s van uw schouder gemaakt.

Welke onderzoeken worden gedaan?
Met behulp van röntgenonderzoek wordt de plaats en de ernst van de sleutelbeenbreuk bepaald en wordt het behandelplan opgesteld.

Behandeling

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

De behandeling van een gebroken sleutelbeen is afhankelijk van hoe en waar het bot gebroken is. In principe wordt een sleutelbeen breuk conservatief behandeld als de breuk niet veel verplaatst is en zich in het midden bevindt. Als er besloten is tot een conservatieve behandeling, wordt de arm een aantal weken (2 - 4) geïmmobiliseerd met een sling. In deze periode krijgt u een aantal eenvoudige oefeningen voor de schouder, elleboog en pols. Daarna worden de oefeningen langzaam uitgebreid, de pijn is hierbij leidend. Bij een conservatieve behandeling van een sleutelbeenfractuur blijft vaak een verdikking van het bot ter plaatse van de breuk zichtbaar.
 

Operatieve behandeling

Voor de operatie
Anesthesie
De operatie gebeurt onder algehele narcose.

Tijdens de operatie
Plaatosteosynthese
Een operatie wordt uitgevoerd bij een breuk aan de buitenkant van het sleutelbeen, een breuk in het midden die fors verplaatst is of als een botstuk door de huid dreigt te gaan. De reden hiervan is dat bij een flinke afwijkende stand van de breuk er een grotere kans is op restklachten en het niet-vastgroeien van de breuk. Andere redenen zijn een open fractuur, bijkomend bloedvat- en/of zenuwletsel of meerdere andere breuken, waardoor mobiliseren een probleem wordt. Er wordt dan een plaatosteosynthese uitgevoerd: de breuk wordt gefixeerd met een plaatje en schroeven (zie afbeelding 2). Hiervoor wordt er een snee gemaakt aan de voorkant van het sleutelbeen. De gebroken botstukken worden tegen elkaar geplaatst en met een plaatje en schroeven vastgezet. De operatie duurt ongeveer 45 - 75 minuten.

Afbeelding 2. Plaatosteosynthese

Hechtingen
De wond wordt altijd gehecht met oplosbare hechtingen; soms zullen er ook hechtpleisters op de huid worden geplakt. Na tien dagen mag u deze hechtpleisters zelf verwijderen.
 

Na de operatie
Opnameduur
Een plaatosteosynthese voor een claviculafractuur gebeurt meestal in dagbehandeling. U mag naar huis op de dag van de operatie. 

Resultaat
De meeste patiënten zijn grotendeels pijnvrij binnen 6 weken. Vrijwel alle breuken die worden gefixeerd met een plaat, groeien vast. Als de breuk vast zit, hebben de meeste mensen een pijnvrije, ongestoorde schouderfunctie. Wel moet de plaat regelmatig verwijderd worden na 9 - 12 maanden omdat mensen last hebben van het feit dat de huid erover schuurt of irriteert bij het dragen van kleding of een schoudertas/rugzak.

Complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er nadien soms toch complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:

  • een nabloeding in de schouder;
  • een stijve schouder, een frozen shoulder;
  • schade door de operatie aan structuren rond de schouder, zoals zenuwen of bloedvaten. Dit is echter zeer zeldzaam;
  • een breed litteken;


Contact opnemen
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg indien:

  • een bloeding die niet stopt nadat u er 10 minuten stevig tegenaan hebt gedrukt;
  • u heftige pijn hebt die niet goed reageert op de pijnmedicatie;
  • een infectie van de wond zich uit in roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus;
  • er sprake is van een abnormale zwelling of koorts;
  • 24 uur na de ingreep het gevoel en de beweeglijkheid in uw vingers, arm en schouder nog niet volledig terug is. De pijnblokkade die u krijgt werkt namelijk maximaal 24 uur, daarna moet alles weer normaal functioneren;
  • u het vanwege andere redenen niet vertrouwt.


U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.

Nabehandeling

Sling
Na een plaatosteosynthese voor een sleutelbeenbreuk krijgt u een sling (draagband) aangemeten. Deze sling moet u 1 - 2 weken dragen en voorkomt dat u de schouder overbelast. Zorg er bij het dragen van deze sling voor dat de pols iets hoger hangt dan de elleboog en dat de eindlus van de sling op uw pols/pink leunt, zie onderstaande afbeelding. U mag de sling afdoen wanneer u zich gaat douchen/wassen. Bij het aankleden van uw bovenkleding buigt u licht voorover en doet u eerst de behandelde arm door het T-shirt of het hemd, de onbehandelde arm volgt daarna.

Revalidatie
U moet er rekening mee houden dat u na de operatie geen auto kunt rijden en niet mag fietsen gedurende een 4 - 6 weken. Dit kan weer als u weinig pijn heeft en een goede controle over de arm en schouder heeft, zodat dit verantwoord is. Voor het herstel van deze ingreep moet u rekenen op een periode van 6 weken tot een half jaar. Contactsporten en bovenhandse sporten zijn mogelijk na gemiddeld 3 maanden. Werkhervatting: licht werk (niet tillen) na 10 dagen – 4 weken, matig zwaar werk (lichte last tillen, onder schouderhoogte) na 4-6 weken, zwaar werk 2-3 maanden postoperatief.
 

Fysiotherapie
Onze fysiotherapeut geeft u instructies voor nabehandeling voor uw eigen fysiotherapeut mee, zie het fysiotherapieprotocol onderaan deze pagina.
U mag zelf kiezen waar u revalideert, echter onze voorkeur gaat uit naar een schouderfysiotherapeut die lid is van schoudernetwerk.nl

Oefeningen voor thuis
Graag verwijzen wij u hiervoor door naar het fysiotherapieprotocol.

Medicatie
Het is belangrijk om te weten dat schouderoperaties erg pijnlijk kunnen zijn. U krijgt daarom een recept voor goede pijnstillers mee. Ondanks deze pijnstillers kunt u de eerste weken na de operatie pijn voelen. Daarna wordt de pijn langzaam minder.

Controle 
6-8 weken na de operatie komt u voor een controle afspraak bij uw orthopedisch chirurg.