phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Triggerfinger

Aandoening

Triggerfinger

Wat is een triggerfinger?

De triggerfinger, ook wel tenosynovitis stenosans of hokkende vinger genoemd, is een aandoening die veel voorkomt. Bij een triggerfinger is er sprake van een zwelling in een van de buigpezen van de vingers. Deze zwelling ontstaat door irritatie of ontsteking. De buigpezen moeten bij het bewegen van de vingers heen en weer glijden door een peesschede. De buigpeesschede is een soort tunnel die begint aan de basis van de vinger of duim aan handpalmzijde. Als er verstoring optreedt in de verhouding van grootte van de pees en de tunnel kan het zijn dat de pees niet meer soepel glijdt en knel gaat lopen. Hierdoor wordt het buigen en strekken van de vinger of duim bemoeilijkt en kan het bewegen met knapje gaan verlopen. Dit verschijnsel heet ‘triggering’.

De meest aangedane vingers zijn de ringvinger en de duim (men spreekt hierbij ook wel van een ‘hokkende duim’ of een triggerduim). Een triggerfinger komt regelmatig voor in combinatie met het carpaal tunnel syndroom.

Wat zijn de oorzaken van een triggerfinger?
Een triggerfinger kan ontstaan na een zware inspanning, maar ook vaak zonder duidelijke oorzaak. 

Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Iedereen kan een triggerfinger krijgen maar de aandoening komt het meest voor bij vrouwen in de leeftijdscategorie van 45 tot 65 jaar, en bij patiënten met suikerziekte of reuma.

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?Een van de symptomen van een triggerfinger is dat de vinger alleen met moeite gestrekt kan worden en dan met een schok(je) recht komt. Soms zit er een pijnlijke verdikking in de handpalm of aan de duimbasis. 
In ernstige gevallen staat de vinger in buigstand vast en is strekken alleen mogelijk wanneer u de vinger daarbij helpt met de andere hand.
Vaak geven mensen met een triggerfinger aan dat de aandoening in de ochtend erger is.

 


Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
De diagnose wordt gesteld op basis van uw verhaal (anamnese) en lichamelijk onderzoek. Uw orthopedisch chirurg controleert de buigpezen en kijkt naar pijn en zwelling. Er is sprake van een triggerfinger bij strekken van de vinger vanuit buigstand met een schokje en soms zelfs van het ´op slot zitten´ van de vinger.   

Welke onderzoeken worden gedaan?
Soms worden er röntgenfoto’s van de hand gemaakt om bijvoorbeeld artrose uit te sluiten. 
 

Triggerduim/ finger bij kinderen
Ook bij kinderen komt met name een triggerduim voor. De oorzaak is onbekend; gedurende de eerste twee levensjaren ontwikkelt het zich als de verdikking in de pees geleidelijk  wordt. Als uw kind zijn handen meer gaat gebruiken, valt het meer en meer op. Er kan sprake zijn van een knappende duim of een duim die “vast staat” met een lichte buiging in het gewricht van de duim en niet meer recht kan. Afwachten kan geen kwaad, maar in het algemeen zien we de klachten niet verdwijnen na een leeftijd van twee jaar. 

Behandeling

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

Rust
Een triggerfinger kan op diverse manieren worden behandeld. Als blijkt dat de triggerfinger verband heeft met een bepaalde handeling, dan wordt gestart met het mijden van deze handeling.
Bij kinderen kan. afwachten geen kwaad, maar in het algemeen zien we de klachten niet verdwijnen na een leeftijd van twee jaar.

Spalk
Een spalk kan uitkomst bieden. Op het moment dat de klachten langer dan zes maanden bestaan voldoet een spalk echter niet om de klachten te laten verdwijnen.

Medicatie / Injectie
Ook kunnen ontstekingsremmers een uitkomst zijn. De meest gebruikte behandelmethode is een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een krachtige ontstekingsremmer (corticosteroïden).. Injectie in de aangedane peesschede geeft na maximaal drie injecties een lange termijn genezing in 60 - 92% van de gevallen. 
De kans op bijwerkingen na een injectie is laag. Pezen en het kraakbeen worden bewezen niet aangetast door een enkele injectie. 
Bij mensen met suikerziekte die insuline gebruiken kan de suikerwaarde na een injectie gedurende een kortere periode wat meer schommelen, het is daarom verstandig de eerste 48 uur na de behandeling het bloedsuiker vaker te testen en de insulinedosering hierop aan te passen.
Vrouwen kunnen opvliegers of een rood gelaat krijgen na een injectie, zelden ontstaat er vaginaal bloedverlies.

 


Operatieve behandeling

Wanneer een niet-operatieve behandeling van de aandoening niet voldoende werkt, zal een operatie uitgevoerd worden.

Voor de operatie
Anesthesie
De te opereren vinger wordt meestal verdoofd met locale verdoving of een regionaal pijnblok (Bierse blok). Bij deze laatste techniek krijgt u vlak voor de operatie de verdovende vloeistof toegediend via een infuusnaald in uw arm. De verdoving verspreidt zich door uw gehele arm, maar niet verder. Dit komt doordat de bloedvoorziening van de arm tijdelijk wordt afgesloten door een speciale opgeblazen band rond de arm. 

Kinderen worden onder algehele narcose geopereerd, tijdens de ingreep wordt er locale verdoving achtergelaten als pijnstilling voor na de ingreep. 

Tijdens de operatie
Om de pezen weer soepel te laten lopen wordt het dakje van de peesschede (de A1 pulley) doorgesneden. 

Hechtingen
De wondjes worden gehecht met gewone hechtingen. Na tien dagen moeten deze worden verwijderd. Vaak gebeurt dit bij de huisarts.
Bij kinderen worden oplosbare hechtingen gebruikt, vaak met hechtpleisters. 

Na de operatie
Opnameduur
Een operatie aan een triggerfinger gebeurt in dagbehandeling. 

Complicaties

Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er soms toch complicaties optreden. 
De meest voorkomende complicaties zijn:

  • een infectie van de wond. Antibiotica wordt voorgeschreven afhankelijk van de ernst van de infectie en in sommige gevallen wordt de wond gespoeld;
  • een bloeduitstorting of een nabloeding;
  • Moeite met bewegen in de eerste weken na  de ingreep, dan is handtherapie zinvol.


Contact opnemen
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg indien:

  • Er sprake is van een bloeding die niet stopt nadat u er 10 minuten tegenaan het gedrukt;
  • U heftige pijn hebt die niet goed reageert op de pijnmedicatie;
  • Er een infectie ontstaat van de wond die zich uit in roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus;
  • Er een abnormale zwelling of koorts ontstaat;


U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370. 
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.  

Nabehandeling

Instructie na een injectie
Het effect na een injectie kan al na enkele dagen merkbaar zijn, maar het duurt ongeveer 6 weken voor het maximale restultaat bereikt is. Het is de bedoeling dat u rustig aan de vinger zoveel mogelijk buigt en strekt om de pezen gaandeweg weer soepel te laten glijden.

Instructie na een operatieve behandeling
Ook na een operatie dient u direct te starten met het buigen en strekken van de vinger. Deze beweging zorgt ervoor dat de pezen, die weer vrij kunnen bewegen, soepel blijven. 

Houd u arm, zolang deze tijdens het naar beneden hangen ook nog dik wordt, zoveel mogelijk hoog. Doe dit met behulp van bijvoorbeeld kussens en/of een sling. Dit voorkomt extra stuwing, pijn en versnelt de genezing. U mag de arm/hand gewoon gebruiken bijlichte activiteiten, zoals bestek gebruiken, schrijven, aankleden en uitkleden.

Uw hand mag nat worden, maar het wondje mag niet weken. U kunt eventueel een pleister op de wond plakken. Na 10-14 dagen worden de hechtingen verwijderd, vaak via de huisarts.

Oefeningen
Hieronder vind u een aantal oefeningen voor de gewrichten die niet in het verband zitten. Doe deze drie keer per dag, 5-10 keer per keer tenzij u anders verteld is in het ziekenhuis. Gebruik hierbij geen kracht, maar probeer wel een zo groot mogelijke beweging te maken. Als de beweging soepel gaat, kunt u het aantal geleidelijk afbouwen. Klikt u hier voor het instructieformulier.

Wondverzorging
Na een operatie krijgt u een verband dat u na 24 uur mag verwijderen. U moet de hand in deze periode zo veel mogelijk hoog houden. Uw hand mag nat worden, maar het wondje mag niet weken. U kunt eventueel een pleister op de wond plakken.

Handtherapie
Wanneer het herstel van de hand dan uitblijft of achterblijft kan gestart worden met handtherapie . Uw handtherapeut kan u met onder andere oefeningen helpen het herstel te bespoedigen.

Controle
Wanneer u een injectie hebt gehad en er na zes weken toch nog klachten bestaan van de triggerfinger maakt u een controle afspraak met uw orthopedisch chirurg.

Na een operatieve behandeling komt u niet standaard terug bij uw orthopedisch chirurg, bij blijvende klachten na 6-8 weken, kunt u snel terecht.