De elleboog bestaat uit drie botten die bij elkaar komen in twee gewrichten:
Deze gewrichten zorgen ervoor dat de elleboog kan bewegen. De pezen, banden en spieren in de elleboog zorgen ervoor dat de elleboog stabiel blijft. Wanneer de banden of pezen slap zijn en te veel ruimte bieden aan het gewricht dan wordt de elleboog instabiel.
Ellebooginstabiliteit kan worden veroorzaakt door een ongeval, waarbij de elleboog (bijna) uit de kom is geweest. Hierdoor kunnen de banden (in) scheuren, waardoor deze slapper worden.
Ellebooginstabiliteit kan in alle leeftijdsgroepen voorkomen, maar vooral bij mensen tussen de 10 en de 50 jaar.
Een instabiele elleboog gaat vaak gepaard met pijn. Men ervaart vooral pijn in de elleboog bij het strekken van de arm. Daarnaast kan men een onzeker gevoel ervaren, men beschrijft niet zelden de angst dat de elleboog (opnieuw) uit de kom zal schieten. Daarnaast kan men het gevoel hebben dat de elleboog op slot zit.
De orthopedisch chirurg neemt een anamnese af en voert lichamelijk onderzoek uit. Bij een anamnese stelt de orthopedisch chirurg gerichte vragen over de klachten, daarnaast wordt de medische geschiedenis van de patiënt besproken.
De anamnese in combinatie met het lichamelijke onderzoek is niet altijd voldoende om een goede diagnose te kunnen stellen. Röntgenfoto’s worden gemaakt om de stand van de botten en het gewricht te controleren. In sommige gevallen kan een MRI-scan gemaakt worden om de banden te kunnen controleren. Ook is het soms nodig om de stabiliteit van de elleboog in narcose te beoordelen, al dan niet in combinatie met een kijkoperatie.