Alle vingers behalve de duim hebben 3 gewrichten. Het middelste gewricht heet het PIP gewricht. Dit gewricht is stabiel door banden aan de zijkant (collaterale ligamenten) en door de volaire plaat. De volaire plaat is een dikke bindweefselstructuur aan de handpalm kant van het gewricht dat overstrekking van de vinger voorkomt. Bij overstrekking van een vinger kan deze plaat in- of afscheuren: een volaire plaatletsel.
Als een vinger achterover slaat, doordat deze bijvoorbeeld ergens achter blijft hangen of er een bal hard tegenaan komt, overstrekt het PIP gewricht of gaat zelfs uit de kom. Dan scheurt de volaire plaat. Hierbij wordt soms een hoekje bot meegetrokken. Naast de volaire plaat kunnen de banden aan de zijkant van de vinger hierbij ook (in)scheuren
Een overstrekte vinger is vaak pijnlijk en dik. Daarnaast is de vinger soms blauw door een bloeduitstorting aan de binnenkant. Door de zwelling kan de beweging beperkt zijn en kan er tinteling in de vingers ontstaan.
Het stellen van de diagnose wordt vaak op de spoedeisende hulp gedaan. Het is belangrijk om een vinger die uit de kom is redelijk snel weer recht te zetten. Soms wordt hiermee gewacht tot er röntgenfoto’s zijn gemaakt. Na het recht zetten worden deze foto’s herhaald om de stand te beoordelen en wordt de vinger beoordeeld op stabiliteit van de banden. Met gips of een spalkje komt u vervolgens bij de orthopedisch handchirurg om samen een verder beleid te maken.
Welke onderzoeken worden gedaan?
Er wordt een röntgenfoto van de vinger gemaakt om te kijken of er een stukje bot is meegescheurd met de volaire plaat en of de stand van het PIP-gewricht goed is. De volaire plaat en de banden van de vinger zijn niet op een röntgenfoto te zien.