Er zijn verschillende oorzaken van knieartrose, maar artrose is meestal het gevolg van het natuurlijke verouderingsproces bij de mens (slijtage van de knie, zogenaamde knieslijtage). Men spreekt in de volksmond daarom vaak van een ‘versleten knie’.
Artrose van de knie kan ook ontstaan als gevolg van beschadiging van de knie. Wanneer iemand in het verleden bijvoorbeeld bij een ongeval een botbreuk opgelopen heeft kan hierdoor later artrose ontstaan. Ook eerdere knieoperaties, zoals een verwijdering van de meniscus, een operatie aan de knieschijf of een kijkoperatie kunnen leiden tot artrose.
Knieartrose kan ook ontstaan door een ontsteking (zoals reuma, reumatoïde artritis of jicht) of een infectie (een ontsteking door een bacterie) in het gewricht. Deze aandoeningen kunnen het kraakbeen in de knie ernstig beschadigen. Patiënten met ontstekingen in de gewrichten, zoals reumatoïde artritis, lopen niet alleen een groter risico op artrose in de knieën, maar ook op artrose in alle andere gewrichten. Naast deze oorzaken zijn er een aantal (risico)factoren die een rol spelen bij het ontstaan van knieartrose, waaronder:
Bij artrose is er sprake van kraakbeenletsel. Dit kan op elke leeftijd voorkomen. Maar bij het toenemen van onze leeftijd neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Hierdoor wordt de kans op knieartrose groter op oudere leeftijd.
Door het zachter en dunner worden van de kraakbeenoppervlakken worden deze ruwer, totdat er uiteindelijk geen kraakbeen meer is en er letterlijk “bot-op-bot” contact is. Artrose is hiermee een doorgaans geleidelijk proces. Ook de klachten tonen vaak een geleidelijk verloop: bij beginnende artrose zijn de klachten mild en naarmate de artrose meer wordt nemen de klachten toe. Typisch voor vroege artrose klachten zijn startpijn en/of startstijfheid (zogenoemde startklachten) in de eerste minuten na het opstaan (maximaal 1 uur), zoals bij het uit bed komen of bij het lopen na een tijd zitten. Naarmate u weer in beweging bent nemen deze startklachten weer af en kunt u beter bewegen, u moet “op gang komen”. Op den duur ontstaan pijn en/of stijfheid ook aan einde van de dag en/of steeds sneller bij belasten. De afstand die u kunt lopen neemt steeds verder af en u kunt ook wakker worden van de pijn. Uiteindelijk kan de pijn constant worden.
Naast pijn die artrose in de knie veroorzaakt zijn er een aantal andere symptomen mogelijk:
Uw huisarts kan artrose vaak makkelijk herkennen, het klachtenpatroon van knieartrose is vaak typisch. Uw huisarts vraagt naar uw klachten en voert voornamelijk lichamelijk onderzoek uit. Hierbij worden u vragen gesteld over uw pijn, zwelling(en) en beperkingen, waarna uw knie onderzocht wordt. Samen met uw huisarts kan besloten worden om een afspraak te maken bij de orthopedisch chirurg. Deze zal een soortgelijk aantal vragen stellen en lichamelijk onderzoek opnieuw doen.
De orthopedisch chirurg zal vragen naar uw medisch verleden, uw ziektegeschiedenis en medicijngebruik. Hij/zij voert daarnaast lichamelijk onderzoek uit en zal daarbij vragen stellen als:
Vaak is lichamelijk onderzoek voldoende om de diagnose te kunnen stellen, maar een röntgenfoto is het standaard aanvullende onderzoek indien u bij de orthopeed komt. Dit aanvullende onderzoek is van belang om een zo effectief mogelijke behandeling in te zetten. Bloedonderzoek is niet gebruikelijk bij het vaststellen van knieartrose. Het wordt soms wel ingezet om andere ontstekingen uit te sluiten, zoals reumatische artritis.