Ulnaropathie is een aandoening waarbij er klachten zijn door beknelling van één van de drie onderarmzenuwen, de nervus ulnaris.
Ulnaropathie wordt ook wel ulnaris neuropathie genoemd, of cubitale tunnel syndroom als de beklemming meer specifiek bij de elleboog zit (dit is meestal het geval). De beknelling van de zenuw kan ook in de pols zitten, in het kanaal van Guyon.
De oorzaak van ulnaropathie is de beknelling van de zenuw. Vaak raakt deze zenuw zonder aanwijsbare oorzaak bekneld. Dit kan komen door regelmatige drukuitoefening op de zenuw. Ook het regelmatig buigen en strekken van de elleboog kan in verband gebracht worden met de aandoening. Bij de pols kan het komen door een afwijking aan de bloedvaten, een (oude) breuk van een handwortelbeentje (pisiforme) of door herhaald trauma (timmeren e.d.).
Ulnaropathie kan in elke leeftijdsfase voorkomen. De aandoening komt vaker voor bij volwassenen dan bij kinderen.
Patiënten ervaren bijna altijd gevoelloosheid en tintelingen in de pink en de ringvinger. Daarnaast gaat de aandoening vaak gepaard met het verlies van kracht in de hand. Ook pijn en kramp in de hand zijn symptomen die bij deze aandoeningen dikwijls voorkomen.
De orthopedisch chirurg neemt een anamnese af en voert lichamelijk onderzoek uit. Bij een anamnese stelt de orthopedisch chirurg gerichte vragen over de klachten, daarnaast wordt de medische geschiedenis van de patiënt besproken. Uiteindelijk zal verder onderzoek de eventuele aanwezigheid van ulnaropathie moeten bevestigen.
Wanneer er sterk vermoed wordt dat er sprake is van ulnaropathie zal verder onderzoek uitgevoerd moeten worden om dit te bevestigen. Er kan een elektromyografie (EMG) uitgevoerd worden, hierbij wordt de elektrische activiteit van spieren gemeten door het activeren van zenuwen met behulp van kleine stroomstootjes. Ook wordt er een röntgenfoto van de elleboog en of pols gemaakt om afwijkingen aan de botten zoals artrose van de elleboog en pols. In bepaalde gevallen wordt er een aanvullende MRI scan geadviseerd.