Artrose (arthrosis) is een aandoening van het kraakbeen. Uiteinden van botten zijn voorzien van een laagje kraakbeen. Dit kraakbeen beschermt en zorgt ervoor dat gewrichten soepel kunnen bewegen. Bij artrose is dit gewrichtskraakbeen beschadigd. Als het kraakbeen in een vingergewricht ernstig is versleten, leidt dit tot een pijnlijke vinger en verminderde beweeglijkheid.
Artrose in de hand komt onder andere voor bij het PIP-gewricht (Proximale Inter Phalangeale gewricht). Het PIP-gewricht is het gewricht dat zich net iets onder het midden van de vingers bevindt. Vanaf de vingertoppen bekeken zijn de PIP-gewrichten de tweede gewrichten, het zijn de knokkels waarmee men tegen ramen tikt.
Tot slot kan een eerdere beschadiging, bijvoorbeeld door een breuk tot in het gewrichtje, later aanleiding zijn tot het ontstaan van artrose in het PIP gewricht.
Vaak blijft de oorzaak van artrose in de handen onbekend. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen, waardoor handartrose kan ontstaan.
Handartrose kan ook ontstaan door een ontsteking of een infectie in het gewricht. Andere gewrichtsaandoeningen, zoals reumatoïde artritis of artritis kunnen het kraakbeen beschadigen. Patiënten met ontstekingen in de gewrichten lopen niet alleen een groter risico op artrose in de vingers of de handen, maar ook op artrose in alle andere gewrichten.
Bij artrose is er sprake van kraakbeenletsel. Dit kan op elke leeftijd voorkomen. Bij het toenemen van de leeftijd neemt de kwaliteit van het kraakbeen af. Hierdoor wordt het risico op artrose groter op oudere leeftijd.
Bij beginnende artrose in de handen is er vaak sprake van pijn. In een later stadium van de aandoening is er tevens vaak sprake van stijfheid en krachtverlies (een verminderde grijpfunctie). Daarnaast kan er een zwelling of een vervorming van het gewricht optreden.
De diagnose wordt gesteld op basis van uw verhaal (de anamnese) en lichamelijk onderzoek door een orthopedisch chirurg.
Met röntgenfoto’s van de hand is de diagnose eenvoudig te stellen.