De ziekte van Perthes wordt ook wel morbus Legg-Calvé-Perthes genoemd. Bij deze aandoening is de bloedtoevoer naar de heupkop verstoord. Wanneer de bloedtoevoer naar de heupkop verstoord is zal de heupkop van vorm veranderen. Delen van de heupkop kunnen zelfs afsterven als de bloedtoevoer slecht is. Afgestorven stukjes bot worden door het lichaam zelf weer opgeruimd als de bloedtoevoer weer normaal wordt. Hierdoor verandert de vorm van de heupkop.
De ziekte van Legg-Calvé-Perthes bestaat uit enkele fasen:
Het Legg-Calvé-Perthes syndrome (legg perthes disease) dankt haar naam aan de dokters Legg uit de Verenigde Staten, Calvé uit Frankrijk en Perthes uit Duitsland. Deze drie orthopedisch chirurgen ontdekten de aandoening in 1910, alle drie bijna op hetzelfde moment.
Er is geen duidelijke oorzaak aan te wijzen voor de ziekte van Perthes. Er zijn verschillende theorieën over de oorzaak van Perthes, maar wetenschappelijk bewijs is er niet. Er zijn aanwijzingen dat:
De ziekte van Perthes komt vooral voor bij jongens tussen de 4 en de 12 jaar oud. Het ziekteproces zoals hiervoor beschreven duurt drie tot vier jaar. Kinderen die lijden aan deze ziekte zijn vaak wat kleiner dan gezonde leeftijdsgenootjes.
De beginfase van de ziekte gaat vaak onopgemerkt voorbij. Pas wanneer de vorm van de heupkop gaat veranderen beginnen de symptomen. Kinderen ervaren pijn bij het lopen en beschrijven niet zelden een pijnlijke knie. Door de pijn lopen kinderen mank. De pijn is niet het gehele ziekteproces hetzelfde, er kunnen perioden zijn waarin er meer of juist minder pijn ervaren wordt. Ook op latere leeftijd kunnen symptomen optreden. Door de wijziging in de vorm van de heupkop kan op latere leeftijd vervroegde slijtage ontstaan in de heup (hip). Dit komt echter niet vaak voor, want wanneer de ziekte van Perthes op jonge leeftijd optreedt is het herstel vaak zo goed dat de ziekte nauwelijks sporen achterlaat.
De diagnose wordt gesteld door een orthopedisch chirurg. Bij het lichamelijke onderzoek is de heup beperkt in het bewegen, de heup naar binnen draaien is moeilijk. Met behulp van röntgenfoto’s kan de heup goed beoordeeld worden. Wanneer een röntgenfoto alleen niet genoeg informatie verschaft dan kan een aanvullende MRI-scan extra informatie bieden, maar dit is zelden van extra waarde.
De diagnose wordt gesteld op basis van een combinatie van röntgenfoto’s en lichamelijk onderzoek. In zeer zeldzame gevallen kan dit aangevuld worden met een MRI-scan.